Architect Huib Hoste (1881-1957) kan in België gezien worden als een pionier van het modernisme. Hij werd geboren in Brugge als Hubert Leon Bruno Jean Marie Hoste. Hij groeide er op in een traditioneel Franstalig en streng katholiek milieu. Neogotiek en eclecticisme kenmerkten zijn vormingsjaren.
Hoste raakte echter in de ban van de Nederlandse modernistische architectuur. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij met zijn gezin naar Nederland. Tijdens zijn ballingschap in Nederland ontwierp hij in 1917 het Belgenmonument in Amersfoort. Het Belgenmonument werd gebouwd als gedenkteken en dankbetuiging van de Belgische vluchtelingen aan Nederland.
Huib Hoste introduceerde een kubistische vormgeving in de Belgische architectuur. Nieuwe materialen zoals glas, staal en beton werden hierbij essentieel.
Internationale bekendheid
In de jaren 1920 verwierf hij internationale bekendheid. Zijn realisaties haalden zowel binnen- als buitenlandse tijdschriften. Net toen zijn carrière een hoge vlucht nam, gebeurde er in 1926 een dodelijk ongeval op een bouwwerf in Brugge. Een school in aanbouw, ontworpen door Hoste, stortte in als gevolg van een zwakke betonnen fundering. Vijf mensen kwamen om het leven. Hoste mocht niet langer architectuur doceren aan de Universiteit La Cambre in Brussel en moest Brugge verlaten. Hij verhuisde naar Antwerpen.
Hij werd hiervoor in 1936 in ere hersteld, maar zijn loopbaan bleef sputteren. Hoste bleef altijd trouw aan zijn idealen, maar kreeg nooit meer dezelfde erkenning. In de jaren 1950 werkte en woonde hij in Hove. Hij stierf er in 1957 en ligt er nog steeds begraven in het ereperk van de gemeente.
Wederopbouw na WO I
Na de Eerste Wereldoorlog werd Huib Hoste in 1919 als architect en stedenbouwkundige aangesteld van enkele steden. Hij moest de wederopbouw van onder andere Zonnebeke in goede banen leiden. Hij was daarnaast ook actief in Beselare, Geluveld, Geluwe en Wervik. In Zonnebeke ontwierp hij de kerk met pastorie, de gemeenteschool met directeurswoning en een huizenrij in de Roeselarestraat.
Onze-Lieve-Vrouwekerk Zonnebeke
De pastorie werd in 1922 gebouwd. Hoste voorzag een kubistisch, modernistisch gebouw. Toen de pastorie werd afgewerkt, was de bouw van de nieuwe Onze-Lieve-Vrouwekerk al aan de gang. Pas in 1923 was de ruwbouw af en begon de bouw van het dak. Nadat het priesterkoor dreigde in te storten, werden ijzeren trekstangen geplaatst om de stabiliteit van het gebouw te garanderen.
In april 1924 vond er buiten de werkuren een dodelijk ongeval plaats in de kerktoren. Zes mensen kwamen om het leven. Hoste verliet vroegtijdig de bouwwerf als gevolg van het ongeval en een geschil met de gemeente. De stopzetting van de samenwerking vertaalde zich ook naar het interieur. De pastoor liet de rest van de inrichting door anderen uitvoeren, volledig tegen de plannen van Hoste in. Het gebouw wordt beschouwd als de eerste modernistische kerk van België.