Babbe, geboren als Barbara Vansuyt, woont aan de rand van de Eierpanders. Ze is een reuzeldoof (doofstom), lelijk, oud, versleten vrouwtje dat ervan verdacht wordt kleine kinderen te laten wegkwijnen.
Het valt op dat Babbe steeds als allereerste op bezoek gaat bij jonge, net bevallen moeders. Helaas worden de kinderen na haar bezoek snel ziek en sterven ze kort daarna.
Wanneer moeders Babbe zien aankomen, leggen ze een gewijd palmtakje, zout en wijwaterpotje op de dorpel. Als Babbe dit ziet, springt ze weg en vlucht ze door het land naar haar kotje. De dag nadien brengen de moeders hun kinderen ter controle naar de paters van Zonnebeke.