In 1418 kocht Roger Van der Woestine de heerlijkheid Beselare. In 1428 verleende Filips de Goede toestemming aan ridder Olivier Van der Woestine om de (nog altijd bestaande) schuttersgilde van St. Sebastiaan op te richten.
De familie Vander Woestyne stond aan de basis van de ontginning van het ruwe bosgebied van Beselare en de aanleg van vruchtbare akkers. Om dit te vergemakkelijken legden ze verschillende rechte dreven aan waarvan één dreef van maar liefst 2 km lang die op het kasteel eindigde.
In de kerk van Beselare is de grafsteen van Adrien Vander Woestyne in de muur van het portaal ingebouwd die teruggevonden werd bij de ruimwerken na WOI. Deze is ongehavend en in zeer goede kwaliteit, met het volgende opschrift: ‘Hier voor ligt begrave edel heer Adrien Vander Woestyne, ridder de welke overleden de 8ste dag van oktober anno 1527″.
Spookmarkies
In 1705 werd het grondgebied van Beselare door Lodewijk XIV verheven tot markiezaat. De laatste van dit geslacht verdween uit Beselare in 1804, de spookmarkies.